Griekse werkwoorden: schema elementen vóór de stam stam tempuskenmerk moduskenmerk persoonsuitgang
Griekse werkwoorden: schema elementen vóór de stam stam tempuskenmerk moduskenmerk persoonsuitgang
Griekse werkwoorden: stam stam op klinker: λυ-, κελευ- stam op liquida (μ, λ, ν, ρ): βαλ-, μεν-, δερ- stam op labiaal (π, β, φ): κοπ-, ριφ- stam op gutturaal (κ, γ, χ): φυλακ- stam op dentaal (τ, δ, θ): νομιδ- schema
Griekse werkwoorden: elementen vóór de stam augment: verleden tijd ἐ-λυ-ο-ν reduplicatie: perfectum λε-λυ-κ-α stam schema
Griekse werkwoorden: stam op klinker niks aan de hand!! stam schema
Griekse werkwoorden: stam op liquida pseudosigmatische aoristus futurum Atticum stam schema
Griekse werkwoorden: stam op labiaal let op in sigmatische aoristus: ἐ-κοπ-σα-μεν > ἐκοψαμεν ἐ-ρριφ-σα-μεν > ἐρριψαμεν geaspireerd perfectum stam schema
Griekse werkwoorden: stam op gutturaal let op in sigmatische aoristus: ἐ-φυλακ-σα-μεν > ἐφυλαξαμεν geaspireerd perfectum stam schema
Griekse werkwoorden: stam op dentaal let op in sigmatische aoristus: ἐ-νομιδ-σα-μεν > ἐνομισαμεν stammen op -ιδ- hebben een Futurum Atticum stam schema
Griekse werkwoorden: tempus-kenmerken praesens / imperfectum aoristus perfectum futurum schema
Griekse werkwoorden: kenmerken praesens / imperfectum thematisch: -ε/ο- λυ-ο-μεν λυ-ε-τε athematisch: - φη-μι δυνα-μαι tempus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: kenmerken aoristus sigmatisch: -σ(α)- ἐ-λυ-σα-μεν pseudosigmatisch: -(α)- ἐ-μειν-α-μεν thematisch: -ε/ο- ἐ-βαλ-ο-μεν stamaoristus: - ἐ-στη- -ν tempus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: kenmerken perfectum kappa-perfectum: -κ- λε-λυ-κ-αμεν geaspireerd: -h- κε-κοπ-h-α > κε-κοφ-α πε-φυλακ-h-α > πεφυλαχα stamperfectum: - πε-φευγ- -α tempus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: kenmerken futurum sigmatisch: -σ- + -ε/ο- λυ-σο-μεν λυ-σε-τε futurum Atticum: -ε- + -ε/ο- μεν-ε-ο-μεν > μενοῦμεν μεν-ε-ε-τε > μενεῖτε νομι-ε-ε-τε > νομιειτε tempus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: modus-kenmerken indicativus coniunctivus optativus NB: de imperativus heeft eigen persoonsuitgangen schema
Griekse werkwoorden: kenmerk indicativus de indicativus heeft geen kenmerk, ofwel: het kenmerk nul modus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: kenmerk coniunctivus de coniunctivus heeft als kenmerk de verlengde themavocaal -η/ω- modus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: kenmerk optativus de optativus heeft als kenmerk: -ι- of -ιη- of -ιε- (alleen 3e ps. mv.) modus- kenmerken stam schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen actief medium schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, aktief primair secundair schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, aktief primair: tegenwoordige tijden / coniunctivus -μι of -ω -ς of -εις -σι of -ει -μεν -τε -ντι > -σι + verlenging persoonsuitgangen schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, aktief secundair: verleden tijden / optativus -ν -ς - -μεν -τε -ν of -σαν persoonsuitgangen schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, medium primair secundair schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, medium primair: tegenwoordige tijden / coniunctivus -μαι -σαι (vaak contractie!) -ται -μεθα -σθε -νται persoonsuitgangen schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, medium secundair: verleden tijden / optativus -μην -σο (vaak contractie!) -το -μεθα -σθε -ντο persoonsuitgangen schema
Griekse werkwoorden: persoonsuitgangen, imperativus aktief - , -θι, -ον, -ς -τε medium -σο, -αι -σθε modus- kenmerken persoonsuitgangen schema